6
‘Goedemorgen.’
Toen ik me omdraaide voelde ik iets zachts aan de andere kant van het bed.
‘Ik dacht dat je geen seks met iemand van hetzelfde geslacht op je lijst wilde?’ mompelde Emelie.
‘Als ik al lesbisch zou worden, zou ik jou er niet voor uitkiezen,’ zei ik snedig.
Waarom lag Emelie in mijn bed? Waar was Simon? Waarom had ik het gevoel dat mijn hersenen uit mijn hoofd waren gehaald, in de droogtrommel gestopt en daarna weer door mijn neus naar binnen geschoven?
O ja.
Juist.
‘Het is te vroeg.’ Ik draaide me weer op mijn buik en mompelde in mijn kussensloop. Als ik zo maar lang genoeg bleef liggen, zou ik mezelf misschien in een coma smoren. Dat zou nog eens een lang tukje zijn. Een heerlijk, heerlijk coma. Aan de andere kant, besefte ik terwijl ik mijn ogen opendeed, zou ik op moeten staan en met andere menselijke wezens verkeren, aangezien de kans groot was dat ik geestelijk niet echt stabiel was. Jezelf een coma toewensen is meestal niet echt een goed teken. ‘Ik wil uitslapen.’
‘Het is bijna tien uur, dat is uitslapen,’ zei Em, en ze sprong als een jonge hond op het bed heen en weer. ‘Vandaag is de eerste dag van je leven als single. Dat is toch spannend! Sta. Op.’
Ik voelde de zon op mijn gezicht en nam me voor om zo snel als menselijkerwijs mogelijk was verduisteringsgordijnen aan te schaffen. Het eerste voordeel van het nadeel.
‘Ik voel me brak.’ Ik duwde mijn benen over de rand van het bed, in de hoop dat ze op de een of andere manier de rest van mijn lichaam daar ook naartoe zouden lanceren. ‘Hoort dit bij het single zijn?’
Em rekte zich uit en knikte. ‘We moeten aan je alcoholtolerantie werken. Ik ga water opzetten en kijken of Matthew al op is.’
Nadat ik op de stoel was gecrasht, was de herinnering aan de rest van de nacht een beetje wazig. Ik wist nog dat ik rond zeven uur wakker was geworden, weer had overgegeven, theegedronken, een pizza besteld en weddenschappen afgesloten wie er doodging toen Matthew Casualty aanzette. Katers van overdag drinken waren het ergst. Toen was vastgesteld dat ik mezelf niet in slaap zou gaan huilen, hadden Matthew en Em me toestemming gegeven om in bed te kruipen. Het was in elk geval een heel ander verhaal dan mijn gebruikelijke zaterdagmiddagrituelen, waarbij ik de was deed, dvd’tjes keek en vroeg naar de Pizza Express ging, om op tijd thuis te zijn voor Match of the Day.
Geeuwend kamde ik mijn haar uit mijn gezicht en bond het achter op mijn hoofd vast. Was het niet vreemd dat het gisteren misschien wel een leukere dag was geweest dan alle zaterdagen van de afgelopen jaren? Misschien was ‘leuk’ niet het goede woord. Het was in elk geval de boeiendste zaterdag geweest.
De hardhouten vloer in mijn slaapkamer voelde nooit warm aan, zelfs niet als de zon erop scheen, zoals vanochtend, maar slechts één voet was koud toen ik mezelf dwong op te staan. Toen ik even naar beneden keek, zag ik dat dat kwam doordat ik met de andere voet op iets wits stond. Iets zachts. Ik liet me weer op het bed vallen en pakte het voorwerp. Het was Simons t-shirt. Hij moest onder het bed terechtgekomen zijn tijdens onze sekscapriolen op vrijdagavond. Ik sloot mijn ogen, hield het versleten katoen stevig beet, en probeerde langzaam adem te halen. De belangrijkste reden waarom ik mezelf de avond ervoor niet in slaap had gehuild was dat ik gewoonweg te moe was. Het eerste wat mijn lichaam deed uit zelfbescherming was zich overal voor afsluiten en gaan slapen, maar dat was vandaag geen optie. Ik moest iets gaan doen.
‘Wil je eerst douchen of eerst thee?’ Em stak haar hoofd om de deur. ‘Matthew staat nu onder de douche, maar jij kunt na hem als je wilt.’
Ik propte het t-shirt in mijn kussensloop en stond iets te snel op. De kater blies en liet zijn tanden zien.
‘Douchen.’ Ik wilde niets liever dan weg uit die kamer, om enige afstand te scheppen tussen mij en het t-shirt. ‘Douchen, zeker weten.’
Theedrinken zou ongetwijfeld tot een gesprek leiden. En dat zou ongetwijfeld een gesprek over Simon worden. En een gesprek over Simon zou ongetwijfeld leiden tot het uit elkaar spatten van mijn hersenen. Ik had afleiding nodig. Een homoseksueel van een meter negentig in een handdoek was niet precies wat ik in gedachten had, maar dat was wel wat ik aantrof in de woonkamer. En technisch gesproken was het wel afleiding. Alleen niet zo’n goede afleiding als dat andere wat ik in de woonkamer aantrof. Mijn to do-lijst voor single meisjes.
‘Jezus, hoeveel hebben we gisteravond gedronken?’ Matthew kneep in de brug van zijn neus en leunde met zijn natte haar tegen de bank. ‘Of liever gezegd, gistermiddag? Ik heb me in tijden niet zo klote gevoeld.’
‘Het schijnt dat we onze alcoholtolerantie moeten opvoeren,’ zei ik, en ik probeerde de spiegel te ontwijken. De korte glimp van de vogelverschrikker annex grafdrager die ik had opgevangen voordat ik mijn blik kon afwenden was al erg genoeg. ‘Ik weet niet hoe ze dat doet.’
Ik greep het voddige servetje en maakt een pitstop op de bank naast Matthew. Zijn huid was nog warm van de douche en hij rook fris. Ik stonk de tent uit.
‘Ga je je bungeejump plannen?’ vroeg hij, met een oog op de lijst.
‘Misschien niet vandaag,’ antwoordde ik, terwijl ik alle punten doornam. Hmm.
‘We hebben echt geweldige ideeën als we wat achter de kiezen hebben, vind je niet?’
Make-over. Lichaamsbeweging. Bungeejump. Tatoeage. Date voor de bruiloft.
‘Nou, het heeft je ervan weerhouden je polsen door te snijden – en weet je, het is best belangrijk om dat de eerste vierentwintig uur te voorkomen.’
Iets kopen. Een brief aan mijn ex schrijven. Een reis maken. Mijn eerste liefde opsporen. Een overtreding begaan.
‘Kun je zonder risico onder de douche of heb je een maatje nodig?’ Matthew was nog steeds aan het woord. ‘Ik zie van deze afstand dat je je benen moet scheren en ik weet niet of ik je veilig alleen kan laten met een scheermes.’
‘Ik zal niks geks doen,’ beloofde ik, en ik legde de lijst op de salontafel en liep doelbewust de badcel in. ‘Echt.’
De spiegel was nog beslagen van Matthew – die man bleef altijd uren bezig, maar na een snelle veeg met mijn hand kon ik zien hoe slecht ik eraan toe was. Een paardenstaart die van stro leek, een doffe teint, een t-shirt van gisteren. Als visagiste bekeek ik gezichten altijd heel grondig, vanuit alle mogelijke hoeken, en ik nam met niet minder genoegen dan perfectie, maar met die blik had ik nog nooit naar mezelf gekeken.
Wat zag ik als ik objectief keek? Mijn huid was grauw en dof, mijn ogen waren rood en gezwollen en de lijnen van mijn gezicht gingen verloren in de schaduw van mijn haar. Mijn haar… ik zou een model op de set er nooit zo uit laten zien. Het was afschuwelijk. Vreselijk. Simon vond het prachtig. Ineens kon ik al dat zware haar geen seconde meer verdragen. Zonder nog een blik te werpen op het meisje met het lange blonde haar, deed ik het badkamerkastje open, greep de schaar uit de ehbo-doos en knipte met grote happen de paardenstaart af, precies onder mijn elastiekje. Toen ik weer in de spiegel keek, hield ik een schaar in de ene hand en een paardenstaart van zestig centimeter in de andere.
‘matthew.’
‘Wat is er?’ Hij keek behoedzaam om de deur. ‘Ben je naakt? Zit er een spin? Ben je naakt?’
Ik stak beide handen omhoog toen de paardenstaartklem uit mijn pasgeknipte boblijn op de grond viel. Mijn nieuwe kapsel wapperde uitdagend boven mijn schouders. En niet op de juiste manier.
‘O lieve god.’ Matthew sloeg zijn hand voor zijn mond, zijn blik weerspiegelde de mijne. Groot, verward en een tikje krankzinnig. ‘Wat heb je gedaan? emelie.’
Ik voelde dat mijn onderlip begon te trillen, maar ik kon noch de schaar noch mijn haar loslaten. En nu ik me van de spiegel had afgekeerd, durfde ik niet meer te kijken.
‘Ik weet het niet,’ fluisterde ik. ‘Ben ik gek geworden?’
‘Het heeft wel iets van Girl, Interrupted, maar het is oké,’ zei hij terwijl hij zijn hand uitstak naar de schaar. ‘Geef die maar aan mij, Angelina!’
‘Ziet het er heel erg uit?’ Ik wist het antwoord al.
‘Rachel.’ Emelie dook op achter Matthew. ‘Je haar.’
‘Ziet er geweldig uit.’ Matthew legde de schaar buiten mijn bereik op de hoge plank en pakte de zielige paardenstaart uit mijn hand. ‘Ik eh, nou, ik pak deze wel even.’
‘Ik kan zo niet naar buiten,’ zei ik met een klein stemmetje. Ik was te bang om het aan te raken, voor het geval het uitviel. ‘Ik zie eruit als een jongen. O god, ik lijk net Justin Bieber.’
‘Die ziet er sowieso uit als een meisje,’ zei Em, en ze sloeg haar arm om mijn schouders in een gebaar dat bemoedigend was en me tegelijkertijd op ingenieuze wijze weghield van de spiegel. ‘Het staat je schattig. Echt. En je was tenslotte aan een verandering toe.’
‘Ik was aan een verandering toe,’ herhaalde ik. Mijn hoofd voelde zo licht, alsof het van mijn schouders zou kunnen zweven en wegvliegen. ‘Het stond trouwens op de lijst.’
‘De lijst?’ Em ging met haar vingers langs mijn haarpunten. ‘Heb je dit gedaan vanwege die lijst?’
Ik knikte.
‘Juist ja.’ Ze trok als een gek aan Matthews mouw.
‘Voordat je straks van het dak gaat bungeejumpen, kun je nu maar beter gaan douchen, je haar wassen en je aankleden,’ beval Matthew, terwijl hij Emelie geruststellend op haar arm klopte. ‘Het komt helemaal goed.’
‘Ja, het komt helemaal goed,’ beaamde Emelie, terwijl ze tegen mijn haarpunten tikte. ‘Dit scheelt trouwens een hoop tijd met föhnen.’
Alweer een voordeel van het nadeel.
Toen ik eenmaal had gedoucht, mijn haar gewassen en niet langer naar mezelf stond te turen in de spiegel, schoot ik in mijn rulle badjas en bereidde me voor op wat voor interventie me ook wachtte in de woonkamer. Matthew en Emelie zaten zwijgend ieder aan een kant van de bank, met het servetje van de vorige avond tussen hen in.
‘Goed,’ zei Matthew, en hij wees naar de lege leunstoel. Ik ging gehoorzaam zitten. ‘Je neemt deze lijst dus serieus?’
‘Ja.’ Ik haalde mijn schouders op. ‘Ik wist niet dat het niet serieus bedoeld was.’
‘Je gaat echt bungeejumpen? Ook al heb je zo’n hoogtevrees dat ik altijd de lamp moet komen verwisselen als Simon niet thuis is?’ vroeg Em. ‘En je gaat ook daadwerkelijk de wet overtreden?’
‘Bungeejumpen of iets soortgelijks,’ hielp ik hen herinneren. ‘En ik geloof het wel, ja. Hoe dan ook. Ik bedoel, ik ben niet van plan een gewapende overval te plegen, maar er is vast wel iets wat een beetje misdadig is waar ik mee weg kan komen. Als het op de lijst staat, ga ik het doen. En aangezien jullie voor het merendeel verantwoordelijk zijn, gaan jullie me daarbij helpen.’
‘Rachel, ik moet je iets zeggen.’ Emelie boog zich naar voren en pakte mijn hand. ‘Ik ben er nog nooit zo trots op geweest dat ik jou ken.’
Matthew steunde zijn hoofd in zijn handen. ‘Ook al ben ik het van harte met mevrouw Stevens eens, weet je zeker dat dit wel een goed idee is? Ik bedoel, niet dat ik niet weet hoe zwaar het kan zijn als je relatie uit is, maar om jezelf nu in zoiets dramatisch te storten is misschien een beetje te veel van het goede.’
‘Ik geloof dat ik het nodig heb om iets dramatisch te doen,’ antwoordde ik. ‘Ik heb al heel lang niets gedaan wat ook maar een piepklein beetje dramatisch was.’
‘Als je maar niet echt iets crimineels gaat doen.’ Hij keek niet overtuigd. ‘Ik wil jullie niet op het nieuws zien na een mislukte bankroof.’
‘We kunnen heus wel een bank beroven,’ zei Em pruilend.
Ik verruilde de stoel voor de bank en sloeg mijn armen om mijn beste vrienden. ‘Daarom heb ik jullie nodig,’ legde ik uit. ‘Ik wil dit doen. Jullie hebben allebei gelijk, ik ben nooit eerder single geweest, ik weet niet hoe je single moet zijn. Ik wil niet op mijn vaders bruiloft verschijnen als een zielige stakker die twee weken naar Power Ballads ’89 heeft geluisterd en constant naar Bridget Jones’s Diary heeft gekeken, terwijl ik jammer “dat ga ik nooit meemaken” en die zoveel ijs eet dat ze in een diabetisch coma raakt.’
‘Dat zou wel heel dramatisch zijn, gezien het feit dat je geen diabetes hebt,’ vond Matthew. ‘Je zou ook gewoon niet naar je vaders bruiloft kunnen gaan. Het is vast niet zijn laatste.’
‘Het is gewoon te tragisch dat dit voor hem de vierde keer is en dat ik nog niet eens verloofd ben.’ Ik ging met mijn vingers door mijn korte, natte haar. ‘Ik ben achtentwintig. Iedereen zal vragen waarom ik alleen kom. En mijn broer komt vast met een of andere sloerie die hij de avond ervoor ergens heeft opgeduikeld, en iedereen zal dat charmant vinden.’
‘Uhm.’ Em kuchte veelbetekenend. ‘Even over je broer…’
‘Niet nu, Stevens.’ Matthew drukte me even stevig tegen zich aan. ‘Juist. In dat geval hebben we een hoop te doen, toch?’
‘Zeg dat wel.’ Ik hees mezelf van de bank en ving in de spiegel een glimp op van mijn haar. ‘Dat hebben we zeker.’
Een van de voordelen van mijn beroep was dat ik heel veel behulpzame connecties had in dat wereldje, connecties waar ik eigenlijk nooit eerder mijn voordeel mee had gedaan. Maar na slechts een paar sms’jes had ik binnen een uur een afspraak geregeld met een geweldige kapsalon en een fantastische styliste. Omdat Matthew geen greintje belangstelling had voor haar, make-up, kleren of alles wat meisjes bezighield, kreeg hij de opdracht Simons sporen uit te wissen: andere sloten aanbrengen, zijn spullen verzamelen en voorbereidingen treffen voor een nieuw interieur. Ik had een missie. Aan het eind van de dag wilde ik me een andere vrouw voelen. Als hij mij niet in zijn leven wilde, wilde ik hem niet in het mijne. Er was enige discussie over de vraag of het veranderen van sloten niet overdreven was, maar het idee alleen al dat Simon op elk moment binnen kon komen maakte me kotsmisselijk.
Wat ongeveer de reactie was van Tina Morgan, haarstyliste van de sterren (als je de cast van Hollyoaks tenminste tot de sterren rekende) op mijn haar.
‘Tering, Summers,’ zei ze met haar naar sigarettenrook ruikende lach toen ik me in de stoel liet vallen. ‘Wie heeft dat gedaan?’
‘Ik,’ zei ik, en ik deed mijn best om mijn besluit niet te betreuren. Ik kende Tina al vanaf mijn studententijd en ze was fantastisch op het gebied van haar. Haar make-upwerk had meer van een dronken Pussycat Doll, maar op het gebied van kappen was ze de beste.
‘Ja, je was nooit zo goed met haren, hè?’ Ze liet de lokken tussen haar vingers door glijden om de lengte te meten. ‘Ik popel al jaren om jouw haar onder handen te nemen. Nou, je hebt het in elk geval goed verpest.’
Het was jammer dat haar talent even groot was als haar gebrek aan sociale vaardigheden, waarschijnlijk stond ze daarom nog altijd in een doodgewone kapsalon in een zijstraat van Regent Street in plaats van in een topkapsalon in LA. Gelukkig kon ik daar vandaag mijn voordeel mee doen. Asblond, felroze lipstick, een superstrakke spijkerbroek en een mond als een laadklep. En ik legde mijn lot in haar handen.
‘Ja, inderdaad, maar ik zou zeggen: grijp je kans.’ Ik haalde diep adem en perste de woorden uit mijn mond. ‘Ik wil totaal iets anders. Doe maar wat jij goed vindt.’
Tina deed een stap naar achteren en keek in de spiegel. ‘Alles mag?’
‘Alles mag,’ zei ik, en ik sloot mijn ogen. ‘Ik wil er alleen goed uitzien.’
‘Een gokje,’ zei ze terwijl ze naar me toe liep. ‘Relatie voorbij?’
Ik zette mijn tanden op mijn lip. ‘Niet om rot te doen, maar ik wil er eigenlijk niet over praten. Ik wil er alleen maar fantastisch uitzien.’
‘Alsof ik iets anders met je van plan was.’ Ze ging met haar hand over mijn achterhoofd. ‘Dus: verven, knippen, lang, kort?’
‘Ik wil een totaal andere look,’ zei ik, en ik ving Emelies blik in de spiegel achter me. Ze was bezig een van de mannelijke stylisten te versieren. Ze stak heimelijk haar duim naar me op en ging door met wat ze deed. Schaamteloos. ‘Zorg gewoon maar voor een totaal andere look.’
‘O, dit wordt enig.’ Tina kon de vreugde in haar stem nauwelijks onderdrukken.
Na een laatste blik op wat er nog over was van mijn lange, blonde haar, sloot ik mijn ogen. ‘Ja. Dat zegt iedereen steeds.’
Na nog eens drie uur en drie kwartier pure kwelling slaagde Tina erin om iets te zeggen wat een glimlach op mijn gezicht bracht.
‘Je bent klaar.’
Met gevoel voor drama had ze de spiegel voor me bedekt totdat ze had besloten dat het klaar was. Gezien de hoeveelheid haar die ik die dag al was kwijtgeraakt, was ik een beetje geschokt geweest toen ik de lokken om me heen zag vallen, maar het was niet te vergelijken met wat ik voelde toen ik allemaal verfjes op mijn schedel voelde branden. Mijn haar was tot vandaag nooit eerder blootgesteld geweest aan iets agressievers dan kleurshampoo. Ik was altijd blond geweest. Niet van dat sexy Brigitte Bardot-blond of zo, maar wel blond. Ik was niet mysterieus genoeg voor een brunette, en highlights hadden te veel verzorging nodig. Wat had ze gedaan?
‘Mag ik kijken?’ vroeg ik, niet helemaal zeker of ik dat wel wilde. Als ze de handdoek van de spiegel haalde en mijn haar was paars, zou ik een tweede Britney moeten worden. Hoofd kaalscheren, met een paraplu op een auto meppen, blootsvoets Cheetos eten in het toilet, de hele bliksemse boel.
‘Tada.’ Met een zwierig gebaar trok ze de handdoek weg.
Woeah.
Mijn blonde haar, dat bijna tot mijn middel had gereikt, was nu een korte rode bob die langs mijn kin wipte. Ik had geen pony meer gehad sinds ik klein was, maar nu omlijstten de lokken mijn stralend blauwe ogen. Waren mijn ogen altijd zo blauw geweest? Mijn haar was rood. Knalrood. Ik leek iemand anders. En die zag er fantastisch uit.
‘Het is niet waar!’ Em sprong uit de stoel die ze het afgelopen uur bezet had gehouden terwijl alle heteroseksuele stylisten tussen het werk door met haar hadden geflirt. ‘Je bent rood! Net als ik!’
‘Ik zou het eerder kastanjebruin noemen,’ snoof Tina, die steeds lokjes van mijn haar optilde en weer liet vallen. ‘Dat van jou is een beetje vaalbruin, toch?’
‘Pouffiasse,’ merkte Emelie met een gespannen lachje op.
‘Mag ik het aanraken?’ vroeg ik, en ik bracht mijn hand voorzichtig naar mijn nieuwe pony. ‘Is het echte verf?’
‘Ja, en je mag het aanraken,’ beaamde ze. ‘Ach ja, ik ben gewoon verdomd goed in mijn vak.’
Ik moest toegeven dat ze gelijk had. ‘Dat is waar,’ zei ik, met mijn blik op mijn eigen haar terwijl zich een grijns over mijn gezicht verspreidde. ‘Ik kan het bijna niet geloven.’
‘Je zult ongeveer om de vier weken terug moeten komen om de wortels bij te laten kleuren, hetzelfde geldt voor het bijknippen van je pony, en ik zal je laten zien welke shampoo en conditioner je moet gebruiken…’
Tina weidde verder uit over mijn haarverzorging, maar ik luisterde niet echt. Ik zag al voor me hoe ik met mijn nieuwe kapsel door de stad liep te flaneren. Rode Rachel die cocktails nipte bij Bourne & Hollingsworth. Rode Rachel lachend met vriendinnen op Primrose Hill. Rode Rachel met een mondaine man tijdens een etentje bij… nou ja, ergens waar ik nooit eerder was geweest omdat ik nog nooit met een mondaine man uit was geweest. Terwijl zij met zichzelf in discussie was over de voordelen van kleurshampoo boven een kleurspoeling, haalde ik het voddige servetje uit mijn tas. Make-over. Voor elkaar. Ik zette een heel groot, heel bevredigend vinkje naast Matthews krabbel en glimlachte gelukzalig. Oprecht gelukkig. Het voelde vreemd. En aangenaam.
‘Wauw. Wat zie jij er fantastisch uit.’
O. Een zeer knappe meneer verscheen in de spiegel naast me.
‘Serieus, je ziet er prachtig uit.’ Hij stak zijn armen uit en liet zijn handen door mijn haar gaan, waardoor ik opsprong. Ook dit voelde vreemd en aangenaam. Wat een effect had die lijst! Een vreemde, sexy man raakte me aan zonder dat ik daartoe aanleiding had gegeven! En wat gaf het als het alleen uit professionele belangstelling was?
‘Mjaah.’ Ik wilde een lach laten horen maar het geluid had meer van een niezende ezel. Heel aantrekkelijk.
Ik kon niet goed met complimenten omgaan. Het was al een poos geleden dat iemand die niet mijn moeder was me er een had gegeven. Maar goed, deze man werkte hier kennelijk en hij moest natuurlijk zeggen dat mijn haar mooi was, maar toch. ‘Ik zag er net nog heel beroerd uit.’
‘Goed zo.’ Zijn glimlach werd iets minder breed. Nou ja, dit was nog maar stadium één van de metamorfose. Gefaald.
‘Ik vind dat je er schitterend uitziet.’ Emelie kwam naast hem staan, stak haar hand door zijn arm en keek met haar liefste Bambi-blik naar hem op. ‘Is ze niet prachtig? Lijkt ze geen geboren roodharige?’
‘Inderdaad.’ Zijn ogen straalden weer onder Ems aanraking. Hoe deed ze dat? Hoe moest je succesvol flirten? Het was eigenlijk een raadsel dat ik Simon ooit aan de haak had weten te slaan. O, maar wacht eens, zo was het niet gegaan. Huwelijksreceptie, lopend buffet, stuntelig gezoen, en voor ik wist wat er gebeurde zaten we op eerste kerstdag bij zijn ouders EastEnders te kijken. Die vriendin van me moest eens ophouden met dat verdomde zelfzuchtige gedoe en gauw gaan trouwen, anders zou ik tegen sexy kappers blijven zeggen dat ik er beroerd uitzag totdat een gescheiden buurman van middelbare leeftijd medelijden met me kreeg en me meenam naar het stadhuis.
Ik bewonderde nogmaals mijn haar terwijl Em met Sexy Stylist flirtte, en ik liet Tina intussen nog even aan mijn haarpunten zitten.
‘Heel erg bedankt, Tina.’ Opstaan was een probleem na drie uur op mijn kont zitten. Mijn benen voelden als gelatine. ‘Als er iets is wat ik voor je kan doen, geef je maar een gil.’
‘Nou,’ zei ze terwijl ze met glanzende blauwe nagels tegen haar fuchsiaroze lippen tikte, ‘er is inderdaad iets. Dan Fraser. Jullie zijn goeie maatjes, toch?’
Ik trok mijn neus op. Ooo, zelfs dat zag er schattig uit met mijn nieuwe haar. Meer als een speelse kat, en niet meer zo als een truffelzwijntje. ‘Goeie maatjes zou ik niet direct zeggen, maar we werken vaak samen.’
‘Maar je hebt zijn nummer toch wel? Hij zegt nooit iets terug op Facebook.’
Ik kon mijn verbazing niet verborgen houden. ‘Wil jij Dans telefoonnummer?’
‘Ik wil meer dan dat,’ zei ze. Oeps. ‘Ik heb al jaren een oogje op hem, maar steeds als het me lukte een opdracht met hem te doen, had hij een vaste vriendin.’ Ze stak haar vingers in haar keel en kokhalsde. ‘Crimineel gewoon.’
Hoe maakte ik de vrouw die zojuist gratis mijn haar had omgetoverd duidelijk dat Dan Fraser al zes jaar geen vriendin had gehad, vast of niet? Voornamelijk doordat hij het te druk had met ieder model in bed krijgen dat stom genoeg was om voor zijn praatjes te vallen. Het zal niemand verbazen dat het er een heleboel waren.
‘Ja. Hij heeft een paar serieuze relaties gehad.’
Bij twijfel moet je liegen.
‘Maar ik bedacht net, zeg maar, kan mij het verdommen. Ik kan hem net zo goed een sms’je sturen waarin ik aangeef wat ik te bieden heb. Ik heb toch niets te verliezen.’
O mijn god, ze was walgelijk. Daar zou ik wel iets meer van mogen hebben.
‘Juist. Ondanks die serieuze relaties van hem?’
‘Ik heb gehoord dat hij het nu met Ana doet. Dat kan toch geen vaste relatie zijn? Ze is een regelrechte sloerie.’ Ze haalde het kapmanteltje van mijn schouders. Mijn t-shirt zag er maar povertjes uit bij mijn prachtige haar. ‘Erger dan ik.’
‘Ja, dat is waar.’ Ik wachtte op Tina’s verontwaardiging. Ik had lang kunnen wachten. ‘Zij is een ontzettende slettenbak.’
Eindelijk iets wat geen leugen was.
‘Dus jij hebt zijn nummer?’ Tina trok een wenkbrauw op en haalde een iPhone uit haar achterzak. Tegen beter weten in pakte ik de mijne en gaf haar Dans nummer. Ik wist dat ik er een slecht gevoel aan zou overhouden, maar ik wist niet precies voor wie. Voor Tina, wie een afwijzing te wachten stond, of voor Dan, die haar moest gaan afwijzen. Het enige wat ik wist was dat ik maar wat graag dat telefoontje zou afluisteren.
‘Ik denk dat dat gedoe met Ana misschien toch wel een beetje serieus is, dus trek het je niet aan als hij niet reageert.’ Meer kon ik niet voor haar doen, behalve midden in haar gezicht zeggen dat ze een stomme doos was. ‘En hij reageert trouwens vaak niet op sms’jes.’
Daar waren de leugens weer.
‘Je zou een goed woordje voor me kunnen doen,’ stelde ze voor. ‘Zeggen hoe geweldig ik ben.’
‘Waarom niet?’ Rode Rachel was een natuurtalent. Ik was begonnen met liegen, dus ik kon er net zo goed mee doorgaan.
De Sexy Stylist gaf Em zijn kaartje, waarschijnlijk niet om shampoo en conditioner te bestellen, en Tina was al bezig Dan te sms’en terwijl ik stilletjes in de hoek stond met mijn tas in mijn hand, hopend dat de populaire meisjes haast maakten. Lieve god, ik voelde me weer een puber. Alleen had ik dit keer een knalrode bob in plaats van een coupe soleil. Dat was een enorme verbetering.
‘Oké, tot ziens.’ Ik omhelsde Tina halfslachtig en greep Ems hand. ‘Nogmaals bedankt.’
‘Jij mag mijn bruidsmeisje zijn.’ Ze ging nog een keer met haar hand door mijn haar. ‘Maar natuurlijk alleen als je het nooit met hem hebt gedaan.’
‘Natuurlijk.’
Ik maakte nog meer kans op een huwelijk met Dan dan zij. Zelfs Matthew maakte nog meer kans op een huwelijk met Dan.
Regent Street op een zondag. Meestal vond ik het centrum van Londen in het weekend een regelrechte ramp, maar deze keer was iedere toerist met heuptas een bewonderaar, op aarde gezet om een tweede blik op mijn haar te werpen. Hadden zij even geluk. Ik vloog langs iedereen heen omdat Emelie me meetrok naar een onbestemde bestemming. Na een paar geagiteerde minuten sleepte ze me mee door een veel rustiger straat vlak bij Carnaby Street.
‘Zeg, die kapper viel helemaal op je.’ Em sloeg haar armen om mijn hals toen we eenmaal een vierkante meter voor onszelf hadden. ‘Vond je hem geen schatje?’
‘Ja.’ Ik ademde diep in en probeerde de geur van de haarverf uit mijn longen te blazen. ‘Maar ik wist niet wat ik moest zeggen. En hij praatte trouwens alleen met mij om jouw aandacht te trekken.’
‘Maakt niet uit.’ Ze sprong half op mijn rug. Wat niet meeviel omdat ze minstens tien centimeter langer was dan ik. ‘Je moet meer vertrouwen krijgen. Met dat haar bloos je niet om sexy mannen en verdwijn je niet naar de achtergrond. Je draagt geen wijde legging waar de knieën in staan en drinkt geen goedkope wijn in The Lexington.’
Ik keek omlaag naar de legging en het t-shirt die ik altijd droeg. Ze had gelijk. O god, dit werd een shopmiddag.
Ik vond shoppen een verschrikking.
‘Ook als we alleen een spijkerbroek voor je gaan kopen?’ probeerde Em.
Een spijkerbroek was het ergst! Niets is zo desastreus voor je zelfrespect als een nieuwe spijkerbroek kopen, tenzij je een meter tachtig was en maatje nul hebt.
‘Rach, dat haar vraagt om nieuwe kleren.’ Ze legde overtuigend een hand op mijn arm. ‘Het vraagt om mooie dingen. Om plezier maken. Jouw outfit past meer in een Oost-Europees land waar ze alleen aardappelen eten. Voel je je daar goed bij?’
‘Het past er inderdaad niet zo goed bij.’ Vanuit mijn ooghoek zag ik de kopertinten. Mijn haar was rood. ‘Misschien een heel klein beetje shoppen? Maar geen spijkerbroek.’
Voordat ze kon reageren, zag ik een totaal niet onaantrekkelijke man een veelbetekenende blik wisselen met zijn totaal niet onaantrekkelijke vriend, waarna ze naar ons keken. Mannen! Mannen keken naar ons! En niet een man die verplicht was me te complimenteren met mijn haar omdat hij in de kapsalon werkte waar het zojuist was geverfd!
‘Goed, dit soort dingen gebeuren dus.’ Ze stak haar arm door de mijne. ‘Ik ben er vrijwel zeker van dat die lijst van jou een complete metamorfose voorschrijft. Je ziet er fantastisch uit. Je bent geknipt voor cocktailjurkjes, schandelijke martini’s en etentjes waar je niet zelf voor hoeft te betalen. Ik zeg: doen.’
‘Wie had kunnen denken dat haar zoveel effect heeft?’ vroeg ik, terwijl ik in een spiegelende etalageruit keek. Ja hoor, het was er nog. Nog steeds rood. En aan de andere kant van het glas staarde me een fantastisch hemelsblauw zijden jurkje aan. ‘Em, mijn haar vraagt om dat jurkje.’
‘Klopt,’ stemde Em in. ‘En wie zijn wij om daar nee tegen te zeggen?’
Toen we de winkel in liepen, was het alsof we terug in de tijd gingen. Mijn ervaring met shoppen in Londen was meestal beperkt gebleven tot struinen op de lingerieafdeling van M&S, een haastig rondje door Topshop, of ik bleef buiten wachten voor de Primark terwijl Emelie zich daarbinnen opofferde. Ik was niet geschikt voor de Primark. Maar dit was heel wat anders. Rijen prachtige effen kleuren aan de ene muur, terwijl de andere bedekt werd door duizenden verschillende patronen, allemaal van glanzend zijde of kreuklinnen. Het was een vintage-paradijs. En als ik het al niet meer wist in Primark, mocht ik deze winkel al helemaal niet binnengaan. Nee nee, hield ik me voor, en ik waagde het om met een vinger een fijn kanten handschoentje aan te raken dat elegant uit een gehavende oude koffer hing. De oude Rachel zou hier nooit binnengestapt zijn. De nieuwe Rachel juist wel. Dat was overduidelijk, ik stond hier immers al binnen en er moest iemand zijn die Emelie met haar koopzieke gedrag intoomde.
‘Alles is zo mooi.’ Mijn moeder was tijdens het winkelen altijd erg van het ‘wel kijken, niet aanraken’ geweest wanneer nergens prijskaartjes te zien waren. Dit was zo’n winkel, maar ik kon met mijn fikken gewoon niet van al die pracht afblijven. ‘Ik wil het allemaal.’
‘Het Haar heeft gesproken.’ Em hield een schitterend hemelsblauw jurkje op. Het leek van zijde, met een vierkante hals, zonder mouwen, een heel smalle taille en een wijde, zwierende rok. Het was echt zo’n jurk voor een meisje met haar waarvan de puntjes omkrulden. Een meisje met een handtas die bij haar schoenen paste. Met andere woorden, een meisje dat ik niet was. ‘Pas deze eens.’
‘Zal ik de paskamer voor u opendoen?’ Het meisje dat ik zojuist in gedachten had gezien verscheen uit het niets en pakte de jurk van Emelie aan. In haar koraalrode wikkeljurkje met stippen, Mary Jane-schoenen en witte sokjes lachte ze ons toe en wenkte ze ons mee. ‘Zijn jullie op zoek naar iets speciaals?’
‘Van alles.’ Em reageerde al voor ik mijn mond kon opendoen. ‘We gaan voor een complete stijlverandering.’
‘Ik heb zojuist mijn haar laten verven,’ voegde ik toe. ‘Ik wil wat nieuwe dingen uitproberen, maar jurkjes draag ik eigenlijk nooit.’
‘Dan moesten we daar maar snel verandering in brengen.’ Het winkelmeisje opende een grote houten deur en loodste ons de paskamer in. Niet dat je het echt een paskamer kon noemen: het was meer alsof ik een set op liep, met zachtblauwe wanden, drie enorme vrijstaande spiegels en een paar mollige chaises longues. Mijn haar voelde zich er helemaal thuis, maar o jee, mijn outfit leek nergens op. Ik keek naar de jurkjes die voor de paskamer hingen. Waarom was deze zee van ruimte groter dan de rest van de winkel? ‘Je hebt een uitstekend figuur voor vintage, alles valt een beetje klein. Ik zal een paar kledingstukken halen. Alleen jurkjes?’
‘Alles waarvan je denkt dat het me staat.’ Mijn hart ging tekeer bij het idee dat ik voor het eerst profijt zou hebben van mijn schriele achterste, en bij het zien van al die kleuren die van de rekken werden gehaald. Voor iemand die eigenlijk alleen monochroom droeg, was het alsof ik couture-lsd had genomen. Ik zag ijsblauw, lichtgeel, jadegroen, streepjes, stippen, bloemetjes en effen tinten mijn kant op komen.
‘Het meeste hiervan is vintage.’ Winkelmeisje hing de kledingstukken aan de stang in mijn boudoir. ‘Maar ook een paar nieuwe ontwerpen. Er is niets buitensporigs bij, het is allemaal heel draagbaar, dat garandeer ik.’
Blijkbaar zag ze de angst in mijn ogen.
‘Ik heb nog nooit zoiets moois gedragen,’ zei ik blozend. Het was beschamend. ‘Ik weet niet wanneer ik het aan zou moeten trekken.’
Winkelmeisje keek alsof ze het begreep. Of althans alsof ze heel graag wat wilde verkopen.
‘Elke dag wanneer ik me aankleed denk ik, wat zou ik vandaag graag willen? En daar kleed ik me dan op. Ik zou het mezelf nooit vergeven als Johnny Depp langskwam en vroeg of ik een weekendje met hem naar Monte Carlo ging als ik een spijkerbroek aanhad. Ik zou het wel trekken als ik in de rij stond voor loten met hoge hakken aan.’
Deze vrouw kon je eigenlijk niet tegenspreken.
‘Ik blijf hier, geef maar een gil als je zover bent.’ Ze deed de deur achter zich dicht en liet mij en Emelie aan ons verkleedpartijtje over.
‘Trek deze maar snel aan voordat ik hem koop.’ Em gooide het hemelsblauwe jurkje naar me toe. ‘Het is misschien wel het fraaiste wat ik ooit heb gezien.’
Ik verdween achter het gordijn, probeerde me niet al te erg te generen voor mijn oude ondergoed en liet het nieuwe jurkje over mijn hoofd glijden. Het gevoel van de koele zijde op mijn huid in combinatie met mijn verende boblijn in de spiegel was genoeg om een kreetje te slaken. De jurk was prachtig. Mijn haar was prachtig. Mijn donkere kringen en doffe huid waren niet prachtig. Maar toch.
‘O, Rach.’ Emelie stak haar hoofd om het gordijn. ‘Je ziet eruit als een meisje.’
‘Bedankt.’ Echt zo’n dubieus compliment dat je deed stuiteren van blijdschap. ‘Ik voel me ook een meisje. Raar hè.’
Maar een soort meisjesachtig instinct nam bezit van me en voordat ik het wist kon ik niet ophouden mijn heupen rond te draaien zodat de jurk om me heen cirkelde. Ik was net een klein meisje in haar verjaardagsjurkje. Al had mijn moeder me nooit een verjaardagsjurkje aangetrokken, uit angst dat ik haar ogen zou uitkrabben. Ook al was ik de oudste, de helft van mijn kinderjaren had ik in kleren gelopen waar Paul uit was gegroeid. Spijkerbroeken waren veel praktischer als je in bomen wilde klimmen en fietsen. Het was iedereen een raadsel hoe ik uiteindelijk een beroep als visagiste had kunnen kiezen. Voor mij was het volkomen logisch: ik had me jarenlang verplaatst in mijn modellen, maar nu was ik er klaar mee om het leven van anderen te leiden. Het was tijd dat ik aan mijn echte leven begon.
‘Hij is prachtig,’ zei ik zowel tegen de spiegel als tegen Emelie. ‘Ik kan me gewoon niet voorstellen dat ik die draag.’
‘Hoezo?’ Ze maakte een foto met haar telefoon. ‘Je draagt hem nu toch? Trek maar uit, dan kun je die gele passen.’
Emelie en ’s werelds beste winkelmeisje hadden gelijk. Dat ik nooit eerder een jurk had gedragen als ik naar de Tesco ging, wilde niet zeggen dat ik er nu niet mee kon beginnen. Waarschijnlijk zou ik niet even langs het postkantoor gaan in de lange smaragdgroene zijden jurk waaraan Em zich op dat moment stond te vergapen, maar ik zag mezelf wel bij Pizza Express een tonijnsalade oppeuzelen in dat schattige zonnejurkje.
‘O, kijk nou toch.’ Winkelmeisje verscheen weer in de deuropening. ‘Betty en Joan verenigd tot één persoontje.’
‘Even geen verwijzingen naar Mad Men.’ Em haalde een vinger langs haar hals. ‘Maar je hebt volkomen gelijk.’
Betty en Joan verenigd? Dat was een grote druk op een meisje dat twaalf uur geleden nog niet eens een Peggy genoemd kon worden. De spanning moet van mijn gezicht af te lezen zijn geweest.
‘Probeer dat streepje eens.’ Winkelmeisje wees naar een zwart-wit jurkje dat op de stang hing. ‘Je vriendin en ik kunnen dan wat schoenen uitzoeken.’
Zonder het zelf te weten had ze het toverwoord voor Emelie uitgesproken. Die zou me laten stikken voor schoenen met zo’n dun hakje. Het was vreemd om nu ineens niet meer dat geruststellende gebabbel om me heen te horen. En het was nog vreemder mezelf te zien met nieuw haar, een nieuwe jurk, een nieuwe blik in mijn ogen. Tijd voor een professionele waardering. Het haar was beslist een verbetering en het jurkje stond me echt wonderbaarlijk goed. De wijde rok deed prima werk voor de kerstkilo’s die zich rond mijn dijen hadden gevestigd (ik droeg die kerstkilo’s altijd mee tot augustus) en suggereerde een taille die ik eigenlijk niet had. De kleur, lichtgeel met kleine witte zwaluwtjes, was bijzonder teer, en het nauwsluitende bovenlijfje met de piepkleine strikbandjes stond alleen bij iemand die niet echt over een royale boezem beschikte, dus bijvoorbeeld mij. Eindelijk een beloning voor het leed dat ik als puber had geleden toen ze me ‘platte Summers’ noemden. Ik kon in alle eerlijkheid zeggen dat ik er in dit jurkje knap uitzag. En omdat het grootste compliment dat ik voor al mijn oude outfits kon bedenken ‘ik ben in elk geval niet naakt’ was, betekende het eigenlijk dat ik verkocht was. Ik wilde alles.
Een paar uur en een lastig gesprek met de creditcardmaatschappij over ‘ongebruikelijke activiteiten’ later vielen Emelie en ik mijn voordeur binnen met loodzware tassen en een vederlichte portemonnee.
‘Wat wil je nu gaan doen?’ vroeg Em met rode wangen van haar eigen aanval van koopziekte. ‘Eten?’
‘Nee,’ riep ik vanuit de gang. ‘Matthew, vuilniszak.’
Zonder de tijd te nemen mijn schoenen uit te trekken stapte ik kordaat de slaapkamer in en trok mijn klerenkast open. Ik was een vrouw met een missie. Spijkerbroeken. t-shirts. Lubberende truien. Oude jurken die te groot waren, te klein, of gewoon goed zaten. Geen enkel kledingstuk waar ik in gezien wilde worden voor het geval ik Ryan Reynolds tegenkwam in het postkantoor. Wat inhield dat ze allemaal de vuilniszak in gingen. Wat had het voor zin om mijn haar af te knippen, rood te laten verven, genoeg nieuwe kleren aan te schaffen om heel India mee te kleden als ik daarna terugviel op oude, ingesleten, slonzige gewoontes? Met een armbeweging schoof ik al mijn oude kleren in de zak die Matthew openhield, voordat ik naar de ladekast ging. Ik aarzelde geen moment. Er was niets bij wat een gevoelige snaar raakte en wat ik niet weg kon doen. Niets sentimenteels, niets zo mooi dat het om een tweede kans smeekte. Elk kledingstuk aanvaardde met gratie de aftocht. Het duurde niet lang voordat alle wijde, lubberige en grauwe kledingstukken verdwenen waren en vervangen door een regenboog van mooie jurkjes, die stuk voor stuk een eersteklas minnaar waard waren. Het was een wonder.
In de woonkamer had Matthew op zijn manier een wonder verricht. Tegen de tijd dat Emelie en ik thuiskwamen, waren de sloten vervangen, alle foto’s van de muur gehaald en alle spullen van Simon in vuilniszakken in de kelder opgeborgen. Stond hij daar ook maar. Het was indrukwekkend: er was geen smetje meer te zien. Ik bleek zelfs over een stofzuiger te beschikken. Zo leer je elke dag wat…
‘Je ziet er echt fantastisch uit.’ Matthew liet me nog een keer ronddraaien in de laatste outfit van mijn spontane modeshow voordat hij op de bank naast hem klopte. Ik wilde eigenlijk niet gaan zitten: mijn nieuwe haar had me een beetje hyper gemaakt. ‘Ik vind het geweldig.’
‘Lijk ik niet te veel op Cheryl na de scheiding?’
‘Niet in het minst,’ stelde hij me gerust. ‘Voel je je goed?’
‘Prima zelfs.’ Ik keek de kamer rond om te zien wat er ontbrak. Het was vreemd, net alsof ik dat spelletje speelde waarbij je moeder op een feestje iets van een blad weghaalt en je moet raden wat er weg is maar je weet niet wat, je weet alleen dat er iets ontbreekt. ‘Echt, prima.’
‘Hou dat vast,’ zei hij. ‘Toen jij weg was, heeft Simon gebeld.’
En ja hoor, meteen voelde ik me weer klote.
‘Heb je met hem gesproken?’ Ik stopte mijn haar achter mijn oren.
‘Hij was niet echt in voor een praatje.’ Hij haalde onmiddellijk het haar achter mijn oor weg. ‘Hij wil dat je hem even belt.’
‘Juist.’
Ik keek omlaag naar mijn schoenen. Ik had nieuwe schoenen nodig die bij mijn nieuwe haar pasten. En een nieuw vriendje dat bij mijn nieuwe schoenen paste. En we zouden waanzinnig verliefd worden, ons verloven en een baby krijgen en daarna kwamen we Simon tegen tijdens een barbecue bij wederzijdse vrienden en hij zou inzien dat hij een grote fout had begaan omdat ik zo prachtig was en dan zou hij van een brug springen. Wie kon ik zo gek krijgen dat hij een barbecue gaf?
‘Je hoeft hem niet te bellen,’ onderbrak Matthew mijn fantasietje. ‘Ik zou het voor je kunnen doen. Of je kunt hem ook gewoon sms’en of zoiets.’
‘Of ik zou hem kunnen bellen en zeggen wat een ontzettende klootzak hij is,’ riep Em vanuit de keuken. Ik hoorde de ketel al fluiten. Ze was daar zo goed in. ‘Laat mij hem alsjeblieft bellen.’
‘Nee, ik kan het wel.’ Ik stond op. En ging weer zitten. En stond weer op. ‘Ik kan het.’
Het was niet de vraag of ik fysiek in staat was hem te bellen, maar had ik de mentale kracht? Dat bleek iets totaal anders te zijn. Toen ik het nummer intoetste, werd ik een beetje misselijk. Maar het moest. Als ik hem niet belde nu ik wist dat hij contact had gezocht, betekende dat dat ik het voor me uit zou schuiven. Mijn mooie rode haar. Ik kon het. Rode Rachel kon dit absoluut. Emelie gaf me een kop thee en Matthew zat naast me op de bank met een warme, zware hand op mijn schouder. Het was maar een telefoontje. Alleen omdat we elkaar voor het laatst hadden gesproken tijdens een gênante afscheidswip die ik op dat moment voor goedmaakseks had aangezien, kon dit toch niet zo raar zijn?
‘Met Simon.’ Hij nam zoals altijd na de tweede keer overgaan op.
‘Met mij.’
Altijd even welsprekend.
‘Rachel?’
Mijn stem klonk ietsje zachter dan ik had gewild, maar ik huilde niet. Omdat ik rood haar had. Roodharigen huilen niet. Misschien.
‘Ja. Matthew zei dat je had gebeld.’
Hadden we maar een videofoon. Hij kon niet eens zien hoe fantastisch ik eruitzag. Trouwens, dit was een iPhone, we hadden dus wel een videofoon… Kon ik nu nog ophangen en terugbellen?
‘Op dit moment kan ik eigenlijk niet praten.’ Hij klonk vermoeid. ‘Ik ben bezig. Ik heb je een uur geleden gebeld.’
‘Nou, misschien kunnen we een kop koffie drinken of zoiets?’ zei ik voordat ik de moed verloor. Dat deden mensen die niet van plan waren hun pols door te snijden omdat hun vriendje hen keihard had laten stikken na een relatie van vijf jaar, toch? Koffiedrinken. Koffie of gin. Of whisky. Mmm, whisky. ‘Of een glaasje?’
‘Vanavond?’ vroeg hij.
‘Ja. Vanavond.’ Lag het aan mij, of klonk hij echt geërgerd?
‘Kan ik niet. Druk.’ Hij klonk beslist een beetje geërgerd.
Wat een interessante onvoorziene ontwikkeling.
‘Ja, maar omdat Matthew zei dat je had gevraagd of ik wilde terugbellen…’ Ik probeerde mijn toenemende woede te beheersen. Roodharigen waren opvliegend van aard; dit was absoluut niet mijn schuld. ‘Wat was er dan?’
‘Ik mail je morgen. Ik zit in de bioscoop,’ zei hij nijdig. ‘En morgen moet ik weg voor mijn werk, dus het wordt waarschijnlijk pas in de middag.’
Zat hij in de bioscoop? Zat hij in die verrotte bioscoop? Hij was bij me weggegaan, nota bene met mijn tandpasta, en nu zat hij in de bioscoop? Ik kon er niets aan doen, maar ik vroeg me af naar welke film hij was.
‘Ik wil geen e-mail, ik wil dat je het tegen me zegt. Wat is er aan de hand, Simon?’
‘Nou, ik hang op, hoor.’ Nu klonk hij niet meer geërgerd, maar woest. ‘Ik wilde alleen even langskomen om wat spullen op te halen maar het wordt verdomme al laat. En er hoeft nergens meer over gepraat te worden.’
‘Hoeft er nergens meer over gepraat te worden?’ O, dat klonk een beetje snerpend. ‘Vijf jaar samen, en ineens besluit je dat je er klaar mee bent en valt er nergens meer over te praten?’
‘Rach, het komt niet meer goed tussen ons,’ zei hij. ‘Het heeft geen zin om te proberen of ik iets met je wil drinken en te denken dat ik van gedachten verander en terugkom. Dus laat het nou maar zo.’
Ik was met stomheid geslagen.
Maar Simon kennelijk niet. ‘Ik ben negenentwintig. Ik wil niet “praten”,’ tierde hij. Voor iemand die niet met me wilde praten, leek hij op dit moment heel wat te zeggen te hebben. ‘Ik wil niet naar Sainsbury omdat het zaterdag is; ik wil geen thee drinken bij je moeder omdat het maandag is en misschien wil ik ook wel niet trouwen, twee kinderen op de wereld zetten en van louter verveling sterven. Ik moet nu ophangen, ik mail je morgen of we praten wel als ik terug ben.’
Ik hing op voordat hij het kon doen en gaf mijn telefoon aan Matthew.
‘Wat een zak.’ Matthew pakte mijn schouder steviger vast. ‘Wat een gigantische zak.’
‘Kalm maar, Matthew, hij kan niet praten, hij zit in de bioscoop,’ zei ik op sarcastische toon.
Ik wist niet wat ik met mezelf aan moest. Ik kon terugbellen, maar waarschijnlijk had hij net zijn telefoon uitgezet. Ik kon naar elke bioscoop in Londen gaan en elke zaal doorzoeken totdat ik de klootzak had gevonden, maar wat dan? Er was natuurlijk altijd nog fysiek geweld mogelijk, maar ik had gehoord dat dat nooit de oplossing was. Zelfs als het je het gevoel gaf dat je dat enige voldoening zou schenken.
‘Ik weet wat je moet doen.’ Em gaf me een kop thee en een fles Jack Daniel’s. Ik pakte beide aan. Whisky was wel het laatste wat ik nodig had, maar ik had Mad Men gezien. Of althans een paar afleveringen. Roodharigen dronken geen thee als ze kwaad waren, ze dronken whisky. ‘Pak je laptop.’
Ik haalde mijn stokoude MacBook tevoorschijn, twee upgrades geleden van Paul geërfd, en gaf die aan Em voordat ik afwisselend een slok thee en een slok whisky nam. Hmm, interessant. Tennessee Tea. Waarschijnlijk zou het me niets doen.
‘Matthew heeft met groot succes alle spullen van die zak je flat uit gekieperd, maar nu is het tijd voor uitdrijving.’
‘Gaan we zijn spullen verbranden?’ vroeg ik hoopvol.
‘Nee, de fik gaat er nog niet in.’ Ze klapte de computer open en ging naar Facebook. ‘We gaan hem vernietigen.’
‘Ga je hem doodmaken?’
‘Niet echt,’ antwoordde ze. ‘Je gaat hem uit je digitale leven bannen. Zodat je die kop niet elke twee seconden voor je snufferd ziet. O. Jee.’
‘Wat is er?’ Thee en Jack Daniel’s gingen toch beter samen dan ik had verwacht.
‘Hij is me een slag voor geweest.’ Ze draaide het scherm naar me toe.
Simon Mitchell stond niet meer vermeld als ‘heeft een relatie’.
Simon Mitchell stond nu vermeld als single.
Ik kon mijn blik er gewoon niet van losmaken.
‘Heeft hij zijn status op Facebook veranderd?’ vroeg ik. ‘Hoe oud is hij, veertien?’
‘Je hebt een heleboel berichtjes.’ Matthew wees naar het rode icoontje boven in het scherm. ‘Misschien moeten we een pr-offensief starten.’
‘Nee.’ Nog een slok. ‘Ik ga mezelf niet verlagen. Ik wil hem weg hebben.’
‘Over en uit.’ Em begon op het toetsenbord te rammelen.
Het was erg genoeg dat hij niet met me verder wilde, maar het was niet te geloven dat hij dat aan het hele internet had verteld. Het was zo definitief, zo openbaar. Ik had het toch zelf kunnen melden als ik eraan toe was? Nu waren 417 mensen er zonder mijn medeweten van in kennis gesteld dat ik was gedumpt. Ik had het zelfs niet aan mijn moeder verteld. Dat verdomde Facebook – en dan te bedenken dat ik met plezier naar The Social Network had gekeken. Mark Zuckerberg was de duivel. Waarom was hier geen officieel reglement voor? Of in elk geval een aflevering van Sex and the City? Er was ook een aflevering over wat je moest doen wanneer je vriend remsporen had; dan moest er hier toch ook een over zijn? Het was niet zo dat ze in de tweede film veel nieuws hadden gebracht – er hadden best tien minuten gewijd kunnen worden aan wat er gebeurt wanneer je vriend aan het hele internet vertelt dat hij genoeg van je heeft. Carrie Bradshaw, zelfzuchtig loeder.
‘Wat kunnen we doen?’ vroeg Matthew zachtjes.
Het duurde even voor ik besefte dat het vreemde raspende geluid dat ik hoorde door mijn eigen ademhaling werd veroorzaakt.
‘Niet veel, toch?’ Ik beet op mijn lip. ‘Ik moet gewoon doorgaan met de dingen die ik doe.’ Nog een slok. ‘En dronken worden.’
Twee dagen geleden was ik nog een blondje met een vriend. Nu was ik een roodharige met een drankprobleem. Als ik niet oppaste was ik zaterdag een kale junk.
Niet te geloven.
Tegen de tijd dat ik was gekalmeerd, had Emelie alle sporen van Simon op mijn computer verwijderd. Matthew had zijn nummer in mijn mobieltje geblokkeerd en ik was dronken. Em had gezegd dat ik mijn alcoholtolerantie moest opvoeren.
‘Ik moet naar bed,’ verkondigde ik halverwege de derde aflevering van Come Dine with Me. ‘Ik moet morgen werken.’
‘Ik ook.’ Em wreef over haar voorhoofd en zag er een beetje brak uit. Ze had zich ook verslingerd aan mijn Jack Daniel’s en was volkomen boven haar theewater. ‘Ik heb een bespreking. Ergens. Over Kitty Kitty-lunchboxen. Ik moet echt naar huis om wat kleren te halen.’
Matthew zat sms’jes te lezen en trok een bezorgd gezicht. Ik paste er wel voor op te vragen van wie ze waren en waar ze over gingen. Ik voelde me nooit echt beter als hij daarover uitweidde.
Het was zelfs niet bij me opgekomen dat Emelie al vanaf zaterdag niet van mijn zijde was geweken. Matthew ook niet. Als ik me niet zo beroerd had gevoeld, zou ik mezelf best een geluksvogel vinden.
‘Jullie hoeven niet te blijven, hoor.’ Ik liep wankel op haar af en sloot haar in mijn armen. ‘Ik red me wel.’
‘Ik heb geen werk – als zij gaat, blijf ik wel.’ Matthew keek naar mij, naar zijn telefoon en toen weer naar mij. ‘Vannacht zit je met mij opgescheept.’
‘Ik hou van jullie.’ Ik klauterde over Em heen om hem een knuffel te geven. ‘Jullie zijn allebei fantastisch.’
‘Dat is waar,’ zei hij, door mijn haar woelend. ‘Maar het is nu beslist bedtijd voor jou, Roodkapje.’
‘Ik heb rood haar,’ zei ik, en ik liet me van zijn schoot op de grond glijden tot ik een gracieus hoopje vormde. ‘Het is mooi.’
‘En morgen heb je een kater.’ Hij raapte me op en droeg me naar de slaapkamer. Was hij maar mijn lieve vriend en geen gigantische homo. Snik. ‘Hoe laat moet je op?’
‘Dan haalt me op om tien uur,’ zei ik hikkend. ‘Da’s goed.’
‘Dan roep ik je om negen uur.’ Hij legde me op bed en drukte een kus op mijn voorhoofd. ‘Tot morgen.’
‘Truste,’ fluisterde ik tegen de lege kamer. Het enige wat ik wilde was slapen. En dat de kamer ophield met ronddraaien. Ik ging op mijn buik liggen en duwde mijn gezicht in het kussen. Mijn vingers vonden de zachte randjes van Simons t-shirt en krulden eromheen. Dit werd de eerste nacht dat ik echt alleen zou slapen. Ik bedoel, Simon sliep al weken niet in mijn bed, maar hij was niet echt vertrokken. Zijn spullen waren er nog, ook al was hij er niet. Ik had me nog nooit zo alleen gevoeld. Het bed had nog nooit zo groot en koud en leeg gevoeld. Dit waren de dingen waar ik aan gewend moest raken. Alleen naar bed gaan. Alleen opstaan. Niet vergeten wc-papier te kopen, omdat niemand anders eraan zou denken. Al mijn single vriendinnen klaagden eindeloos over dit soort dingen, maar ik had er nooit echt over nagedacht. Boodschappen doen was niet langer een wagentje volladen met ingrediënten die alleen nog maar thuis tot een heerlijk maal bereid moesten worden, maar een beschamende Ben & Jerry’s en een kant-en-klaarmaaltijd. Er was niemand om met je naar de dokter te gaan. Je miste eindeloos veel films omdat je niemand had om er samen naartoe te gaan. Niet dat single zijn Simon ervan had weerhouden naar de film te gaan.
Ik accepteerde dat ik niet snel de slaap zou vatten, deed het bedlampje aan en trok mijn tas van zijn vaste plek aan de deur. De tas was in de jaren tachtig van mijn moeder geweest. Hij was knalblauw, van slap leer met eindeloos veel vakjes en een belachelijk lange schouderriem waardoor hij steeds tegen mijn knieën aan botste tijdens het lopen. Emelie vond hem vreselijk. Matthew had hem ooit voor ‘voederzak van een transseksueel paard’ uitgemaakt. Ik was er dol op. Dat was ik al sinds mijn vader hem met kerst aan mijn moeder had gegeven toen ik vier was. Hij was na de scheiding op zolder beland, samen met alle andere spullen waar ze liever niet aan herinnerd werd, maar uiteindelijk had ze hem twee jaar geleden tijdens een heldhaftige opruiming aan mij gegeven en ik had hem sindsdien niet meer uit het zicht verloren. Het zou misschien hebben geholpen als mijn blik op dat exacte moment iets helderder was geweest. Ik trok met onnodig veel kracht de tas van de haak, waardoor het me niet alleen lukte de tas los te halen maar hem ook met een klap in mijn gezicht te laten knallen, waarna ik op de koop toe plat op mijn rug achteroverviel. Ik deed er waarschijnlijk verstandig aan er niet steeds drie boeken in rond te zeulen die ik toch niet las.
‘Verdomme,’ mompelde ik, en ik legde mijn hand op mijn oog.
De pijn nam snel af, ofwel omdat het toch niet zo’n erge klap was als ik dacht ofwel omdat ik een halve fles whisky achter mijn kiezen had – hoe dan ook, ik opende mijn oog en tuurde in mijn tas. Daarin, veilig opgeborgen in een van de vele vakjes met rits, zat mijn lijstje. Voorzover ik het kon overzien had ik twee opties. Ik kon hier in het donker blijven liggen, dronken en ellendig, en mezelf uiteindelijk in slaap huilen, of ik kon me voorhouden dat ik geen hopeloze, saaie loser was. Of althans, dat ik dat niet hoefde te zijn.
Het had iets sjofels om je leven te veranderen op basis van krabbels op een met wijn bevlekt servetje, maar op dit moment was het ofwel Simons t-shirt ofwel Rachels lijst. En eerlijk gezegd was mijn leven al veranderd. Het ging er nu gewoon om dat ik alles onder controle kreeg. Vandaag het haar, morgen de wereld.
Ik pakte mijn telefoon van mijn nachtkastje en maakte snel een foto van mezelf in mijn roodharige glorie. God zegene de iPhone 4 met camera aan de voorzijde. Waarom was ik eigenlijk zo van slag? Had ik mijn haar vandaag niet laten knippen? Had ik het niet rood laten verven? Had ik niet met Simon gebeld zonder in te storten en hem te smeken bij me terug te komen? Ik was niet saai. Ik was heel anders dan hij dacht. Met een laatste hik trok ik Simons t-shirt onder het kussen vandaan en smeet het naar het voeteneind. Morgen zou ik het in de vuilniszak proppen, samen met de rest van zijn troep. Ik drukte de lijst tegen mijn borst en ging met mijn ogen dicht liggen. Ik zou uiteindelijk wel in slaap vallen, ik moest gewoon gaan liggen en…